English & other languages: click here!

Naar hoofdstuk - inleiding - 1 - 2/3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 28/29 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48

Ezechiël 21 Gods Zwaard over Israël en Ammon

Toen we het vorige hoofdstuk behandelden lieten we al weten dat de laatste 5 verzen van Ezechiël 20 bij Ezechiël 21 horen.  Het ging toen over de profetie over de verwoesting van Jeruzalem.

Oordeel door het Zwaard

Ging het in het slot van Ezechiël 20 om een bosbrand, in hoofdstuk 21 is er vanaf vers 3 ook sprake van een zwaard dat van God komt. Het zwaard is door de Bijbel heen het symbool van Gods oordeel. (Ezechiël 14:21; Jesaja 34:5; Jeremia 14:12; Openbaring 6:8)

Als God wraak oefent dan gaat dat rechtvaardig, maar niet zachtzinnig.

Ezechiël 21:4,5 Omdat Ik van u rechtvaardigen en goddelozen wil uitroeien, daarom zal Mijn zwaard uit zijn schede komen tegen alle vlees, van zuid tot noord. Dan zal alle vlees weten dat Ik, de HEERE, Mijn zwaard uit zijn schede getrokken heb. Het zal er niet meer in terugkeren.

Lezen we dat goed? Doodt God ook de rechtvaardigen? Zijn oordeel is toch rechtvaardig...... We herinneren ons hoe God tot Abraham sprak, dat als er tien rechtvaardigen in Sodom zouden zijn, Hij de stad zou sparen.... (Genesis 18:32)

Er kan maar één antwoord zijn: “de rechtvaardigen zijn niet rechtvaardig genoeg!”, ze zijn niet radicaal, ze zijn verstrengeld met de onrechtvaardigen.  Dat principe is ook toepasbaar op onze tijd, waarin het oordeel niet kan uitblijven. De zondaar kan niet standhouden in Gods Heilig Oordeel wat zich ook nu voelbaar in deze wereld voltrekt.

Ezechiël  krijgt de opdracht om de boodschap zuchtend uit te spreken, zijn houding moet “gebroken en teneergeslagen” zijn.  Het is geen stukje theater dat Ezechiël  moet opvoeren, integendeel, hij moet zijn emoties niet verbergen. Zoals elke profeet die het oordeel moet aanzeggen is hijzelf ten diepste betrokken bij wat er plaatsvindt.

De grimmigheid van God rust op Ezechiël, (volgens Ezechiël 21:17) Ezechiël moet het oordeel uitspreken om Gods grimmigheid op de schuldige hoofden te laten komen: de valse misleide leiders en het misleide volk!

We kunnen terecht de wereldse systemen en overheden als uitvoerder van Gods zwaard aanwijzen, maar in Jeruzalem was het Zwaard van God in handen gegeven aan koning Nebukadnezar.  

Het Zwaard komt door de mond van profeten. Eerst is het Zwaard via Ezechiël gekomen. Het was in principe mogelijk geweest dat de vernietiging van de tempel voorkomen had kunnen worden, als de ballingen, verdreven van hun geliefde Jeruzalem, zich in Babel verootmoedigd en bekeerd hadden.  Maar men sloeg geen acht op het Zwaard van Gods woorden die via Ezechiël tot hen gesproken waren.  In 607 v.Chr. komt het Zwaard via de koning van Babel tot vernietiging!

Het Zwaard is scherp, het is gepolijst, het is verdubbeld, verdrievoudigd, het maakt dodelijke wonden, het is een zwaard om te slachten...... op allerlei manieren wordt de ernst van het oordeel in Ezechiël 21:14,15 beschreven.

De tekenopdracht voor Ezechiël

Ezechiël had al eerder een goddelijke opdracht gekregen om boodschappen uit te beelden en te tekenen. In Ezechiël 4:1-3 werd de belegering van Jeruzalem door hem getekend op een kleitablet.

De opdracht luidt:

Ezechiël 21:19,20 En u, mensenkind, teken voor uzelf twee wegen waarlangs het zwaard van de koning van Babel kan komen. Ze moeten beide uit één land voortkomen. Plaats dan een wegwijzer en plaats hem aan het begin van de weg naar de stad. U moet een weg tekenen waarlangs het zwaard kan binnenkomen tegen Rabba van de Ammonieten en tegen Juda met het versterkte Jeruzalem.

 

Het gaat hier om Ammon, het volk dat van Lot afstamde, en ten oosten van de Jordaan woonde. Zie het oranje gekleurde gebied op de kaart.  De hoofdstad was Rabba Ammon. In 593 vóór Chr. had Ammon, samen met Juda, een samenzwering, een complot tegen Babylon beraamd. Nebikadnezar trok tegen beide opstandige staten ten strijde.  

De occulte voorbereiding van de strijd

Nebukadnezar zou, als een echte heiden het er niet op wagen - bij de splitsing van de wegen - zelf te beslissen, welke weg hij moest kiezen. Dat moest aan de goden overgelaten worden.  Hij zou waarzeggerij plegen door het schudden van pijlen, de terafiem raadplegen en “de lever bezien”.  De lever van een schaap werd beschouwd als de zetel van het leven, omdat hij met bloed gevuld is. (De kleur en de tekening van het orgaan voorspelden datgene wat de goden in petto hadden. Dit was een veel voorkomende vorm van waarzeggerij.)

Nebukadnezar zou geloven dat de goden hem hielpen, maar in werkelijkheid was het God die Zijn Zwaard in de hand van deze heiden bestuurde en daarmee Zijn doel zou bereiken.

Het zwaard van Nebukadnezar

In Ezechiël 21:25 is sprake van de “onheilige vorst van Israël”, waarmee Zedekia wordt bedoeld, die tot het moment van oordeel dacht de macht in handen te hebben.  Zijn onheil was al aangekondigd in hoofdstuk 12. De hoofdstukken staan niet altijd in chronologische volgorde.

Met het drievoudige gebruik van het woord “omkeren” (Ez. 21:27), benadrukt Ezechiël de onvermijdelijke omverwerping van de koninklijke lijn van het Huis van David.  Toch zal deze hersteld worden. We zien hier de profetische verwijzing naar de heerschappij van Yeshua Messias, in het komende Vrederijk.  De tijd die daaraan voorafgaat zal onrustig en onstabiel zijn.

Enkele jaren na de inname van Jeruzalem is NebuKadnezar ook Ammon binnengetrokken. In 602 vóór Chr. onderwierp hij het en toen het Babylonische Rijk ten onderging, werd het een Perzische provincie en haar naam als land Ammon verdween van de wereldkaart. Men zou zich het land Ammon niet meer herinneren zoals vers 32 zegt.

Alleen de naam van de hoofdstad van Jordanië – Amman – herinnert nog aan wat eens geweest is.

Ammon is voedsel voor het vuur geworden.

De wereld zal  weten dat God YAHWEH is.

Ida