English & other languages: click here

Jeremia 47 - Profetie tegen de Filistijnen

De hoofdstukken Jeremía 46-51 bevatten oordeelsprofetieën tegen negen volken. Samen vormen ze een bundel met een opschrift: 'Het woord van de HEERE dat tot de profeet Jeremia kwam tegen de heidenvolken.' (Jer. 46:1) en een duidelijk slot (‘Tot zover de woorden van Jeremia.’, Jes. 51:64). Rode draad in de oordeelsprofetieën is de boodschap dat de God van Israël eeuwig leeft en een Koning van de volken is (Jer. 10:7 en Jer. 10:10). Zijn Koningschap is wereldwijd en allesbeslissend.

Dit hoofdstuk gaat over de Filistijnen. Zij waren Indo-Europeanen uit Kaftor (Kreta), de grootste golf van hen vestigde zich in de 12e eeuw v.Chr. in het zuid-westen van Kanaän/Israël. Historisch gezien waren de Filistijnen vreemdelingen in het land Kanaän. Zij zijn gekomen van over de zee. Het was een zeevarend volk. Het Filistijnse volk vormde een vijand die zich binnen de grenzen van het land  Israël bevond. De bekendste Filistijn was de reus Goliath. Ze bevolkten een kleine strook grond aan de rand van de Middellandse Zee: Filistea. Zij eisten het land voor zichzelf op en drukten er zelfs hun stempel op door hun naam eraan te verbinden. In het woord ‘Palestina’ klinkt de naam ‘Filistijnen’ door. Filistea was een smalle strook land van Ekron tot aan de Egyptische grenzen, dat is tot aan de beek of de rivier van Egypte, en de glooiiing van het gebergte van Juda, en lag in de onmiddellijke nabijheid van de stammen Simeon, Juda en Dan.


Ga naar hoofdstuk:  inleiding/index -  1 - 2 - 3 - 4 - 5 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23(1) - 23(2) - 24 - 25 - 26 -  27 - 28 - 29 - 30 - 31(1) - 31(2) - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48(A) - 48(B) - 49(A) - 49(B) - 50(A) - 50(B) - 51(A) - 51(B) - 52 - Safan


Jeremia 47:1 Het woord van de HEERE dat tot de profeet Jeremia kwam, tegen de Filistijnen, voordat de farao Gaza versloeg.


tegen de Filistijnen...... vanaf hoofdstuk 46 richten de profetieën van Jeremia zich op de omringende volken en landen. De Filistijnen waren de oude, voortdurende vijanden van Israël. Om het land van de Filistijnen is hard gestreden tussen Babel en Egypte, na de slag bij Karchemis (605 v.Chr.) die in het vorige hoofdstuk beschreven wordt. 

voordat de farao Gaza versloeg...... Deze aanval kan hebben plaatsgevonden toen Necho in 609 voor Christus naar Harran marcheerde.


Jeremia 47:2-3 Zo zegt de HEERE: Zie, water komt opzetten uit het noorden, het wordt tot een overstromende beek. Ze zullen het land en al wat het bevat overstromen, de stad en wie erin wonen. De mensen zullen het uitschreeuwen, alle inwoners van het land zullen weeklagen, 3. vanwege het geluid van het stampen van de hoeven van zijn machtige paarden, vanwege het gedreun van zijn strijdwagens, het ratelen van zijn wielen. Vaders zien niet om naar hun kinderen, vanwege het verslappen van hun handen,


water komt opzetten uit het noorden...... het ging Nebukadnezar niet alleen om Juda, hij wilde ook Egypte veroveren en de Filistijnen aan hem ondergeschikt maken. Dat leger kwam vanuit het noorden als een watervloed die het hele gebied zou overspoelen.

alle inwoners van het land zullen weeklagen....de Filistijnen zullen het uitschreeuwen.... indrukwekkend en angstaanjagend zoals het leger binnenvalt: het stampen van hoeven, het dreunen van de strijdwagens, de ratelende wielen. De vaders laten hun eigen kinderen in de steek.

← De vijf versterkte steden van de Filistijnen, met hun onderhorige dorpen, waren Gaza, Ashkelon, Ashdod, Gath en Ekron.


Jeremia 47:4-5 vanwege de dag die komt om alle Filistijnen te verdelgen, om elke overgebleven helper van Tyrus en Sidon uit te roeien. Want de HEERE zal de Filistijnen verdelgen, het overblijfsel van het kustland van Kaftor. 5. Kaalheid is over Gaza gekomen, Askelon is uitgeroeid, samen met het overblijfsel van hun dal. Hoelang zult u uw lichaam kerven?


De oudere tijdgenoot van Jeremia, de profeet Zefanja, heeft over ditzelfde oordeel geprofeteerd:

Zefanja 2:4 Want Gaza zal verlaten worden en Askelon tot woestenij zijn; Asdod, midden op de dag zal men het verdrijven, en Ekron zal ontworteld worden. 5. Wee u, bewoners van het gebied aan de zee, volk van Kretenzers! Het woord van de HEERE is tegen u, Kanaän, land van de Filistijnen! Ik zal u verdelgen, zodat er geen inwoner meer is. 6. Het gebied aan de zee zal worden tot weiden met putten voor herders en kooien voor kleinvee. 7. En het gebied zal zijn voor het overblijfsel van het huis van Juda, zodat zij daarin zullen weiden. 's Avonds zullen zij in de huizen van Askelon neerliggen, want de HEERE, hun God, zal naar hen omzien en een omkeer in hun gevangenschap brengen.

om elke overgebleven helper van Tyrus en Sidon uit te roeien...... de Filistijnen waren blijkbaar bondgenoten van Tyrus en Sidon, ook een zeevarend koninkrijk. Zij waren betrokken  in de strijd van de Babyloniërs tegen Tyrus en Sidon en daarom had Nebukadnezar er belang bij om hen uit te roeien. Na die tijd heeft men ook niets meer van de Filistijnen gehoord. De zogenaamde Palestijnen die er nu wonen misbruiken die naam om hun claim op het land te leggen. De bewoners zijn  een mengeling van vroegere vluchtelingen uit de omliggende Arabische landen. De tegenwoordige Gazastrook, door Israël afgestaan aan de Palestijnen, valt voor een deel samen met het historische gebied van de Filistijnen.
Kaalheid is over Gaza gekomen, Askelon is uitgeroeid...... De inwoners van Gaza scheren zich kaal als teken van rouw. (Jer. 16:6 en Jer. 48:37), Askelon ligt in een dal en hun bewoners worden ook uitgeroeid. De overgebleven mensen maken insnijdingen als teken van rouw.   


Jeremia 47:6-7 Wee, zwaard van de HEERE, hoelang hebt u geen rust? Keer terug in uw schede, kom tot rust, wees stil. 7. Hoe zou u rust kunnen hebben? De HEERE heeft immers het zwaard opdracht gegeven. Tegen Askelon en tegen de zeekust, daartegen heeft Hij het bestemd.


Wee, zwaard van de HEERE, hoelang hebt u geen rust......? Jeremia spreekt hier beeldend het oordelend zwaard van YHWH toe. Hoe zwaar was het oordeel over de Filistijnen. Jeremia is kennelijk onder de indruk van al dat onheil dat over het toen bekende deel van de aarde kwam. Hoe lang blijft dat doorgaan? Keer terug in uw schede, kom tot rust, wees stil.

Hoe zou u rust kunnen hebben.......? Tegelijk beseft Jeremia dat het zwaard geen rust kan hebben want: YHWH heeft immers het zwaard opdracht gegeven!!! Het oordeel gaat door. Het leger van Nebukadnezar was het "zwaard van YHWH"

Omdat God al het kwaad van de mensen van nu niet bestraft en Hij nog niet handelt naar dat de mens verdiend heeft, zouden we maar al te gauw kunnen vergeten hoezeer Hij het kwaad verafschuwt. Als we deze profetieën tot ons nemen gaan we begrijpen dat God het kwaad niet ongestraft zal laten. De Filistijnen zijn voor ons een beeld van degenen die in deze wereld God afwijzen, maar wel gebruik maken van de zegeningen die hij onmiskenbaar heeft gegeven. Ze bezitten het LEVEN niet dat ons genadig het recht daarop geeft, In feite zijn ze vijanden van Gods ware volk maar bovendien vijanden van Hem die de Waarheid en het Leven is. We moeten hen behandelen naar wat ze zijn en in geen enkel opzicht concessies aan ze doen. 

De linkerfoto is van Askelon dat lang als een verwoeste plaats getuigde van Gods oordeel. Tegenwoordig is het een welvarende Israëlische badplaats, zoals te zien op de rechterfoto, die een screenshot is van een 3 minuten durend Youtube video

Ida